In de aanloop naar een spannend weekend heeft de Fortuna SC een exclusief interview gehad met directeur Martin Masset. Een groot deel van dit gesprek zal in ons prachtig magazine van 10 januari gaan komen, maar gezien de soms lange antwoorden, de vele vragen en..het bijzonder weekend is er besloten om ook alvast via internet wat sneak previews te geven…Deel 1 bij deze.
Hoe en waar is uw passie voor Fortuna Sittard ontstaan?
Dat is al heel lang geleden. Mijn ouders hadden vroeger in Lindenheuvel, Geleen, een Cafe genaamd ‘De Loeiende Klok’. Daar ken ik ook Jan Dieteren en Wil Paauwe van, zij kwamen daar ook, net als veel echte werklui daar toendertijd kwamen. Toen ben ik op mijn achtste of negende met een aantal jongens uit de wijk meegegaan naar de Baandert. Zij zaten toen op Vak K, de harde kern. Eigenlijk was het toen zelfs de hardste kern. Ik kon altijd met de mannen, die in het cafe van mijn ouders kwamen mee op de fiets via de Holleweg via Sanderbout naar de Baandert. En wat ik me herinner is dat Fortuna toen ergens in de Eerste Divisie speelde en volgens mij was het Fortuna tegen Willem II, mijn eerste wedstrijd. En vanaf dat moment ben ik altijd met hun mee mogen gaan. Ook toen ik ouder werd.
Sommigen van hen zitten nog altijd bij Fortuna en toen ik directeur ben kreeg ik een mailtje van een van hen: Ben jij de Martin Masset van cafe ‘De Loeiende Klok’? Zijn naam is Robbie Jansen en andere jongens waar ik mee ging waren Raymond Day, die ik nog wel eens een enkele keer gezien heb in de laatste 10 jaar, Josje Birks en Ronnie Krijgsman. Laten ben ik naar Sanderbout verhuisd en door mijn opa en oma opgevoed, nadat mijn moeder stierf toen ik 9 jaar was. En toen ben ik met de jongens uit Sanderbout meegegaan, maar nog altijd Vak K. Dus ik heb de nodige dingen, waar jullie het nog over hebben, gezien en meegemaakt van dichtbij en veraf. Daar en op die leeftijd ontstond mijn passie… en dat is er nooit meer uitgegaan. Mijn opa en oma hadden een kantine in Geleen, bij Quick ’08 (nu Geleen Zuid), dus ik had altijd en overal met voetballen te maken. Ook de oom van moeder had een cafe in Geleen waar alle oudere mensen van Fortuna ’54 nog kwamen.
Wat is het belangrijkste wat je het afgelopen jaar bij Fortuna hebt geleerd?
Dat zijn wel een paar dingen. Allereerst dat niet alles is, zoals je ziet. En als ik naar mijn eigen competenties kijk is het belangrijkste wat ik geleerd heb om heel rustig te blijven, terwijl je eigenlijk van binnen brandt. Je moet de rust bewaren, terwijl je eigenlijk best kwaad bent, maar in het belang van de club moet blijven handelen en niet altijd kunt zeggen wat je denkt. En daar heb ik wel eens moeite mee. En ik wist het eigenlijk al, maar dat is alleen maar bevestigd geworden: een voetbalclub kun je nooit en te nimmer vergelijken met een bedrijf. Als je alleen met een bedrijfsmatige aanpak zou gaan werken, dan kom je niet ver bij een voetbalclub. En andersom ook niet.
Het moet een perfecte balans zijn van de twee. Mijn diepste drijfveer heb ik wel eens onderzocht en dat is harmonie. Zonder harmonie kan ik niet excelleren. Het laatste jaar heb ik harmonie gevonden, bij heel veel mensen en medewerkers. Maar ook disharmonie bij mensen die echt hun eigen belang boven dat van Fortuna plaatsen en dan krijg je met allerlei zaken te maken, waar Fortuna schijnbaar al 20 jaar last van heeft, waarvan ik heb gezegd dat ik ze niet accepteer. Het moet een eenheid worden, binnen bepaalde kaders van vrijheid, maar het moet wel zo zijn dat het gaat om Fortuna en niet om hokje a, b of c. Dat is bij mij onmogelijk.
Is het leuk om bij Fortuna te werken?
Daar mag ik als directeur natuurlijk nooit nee op zeggen he… Maar laat ik zo zeggen: het is een droom. Als kind droomde ik al van Fortuna, alleen toen als sportman en niet zozeer over de rol die ik nu heb. Toen ik begon had ik die droom heel helder voor ogen: dit is wat ik zie in Fortuna en daar moeten we naartoe. Die route had ik ook uitgestippeld en die heeft langer geduurd dan ik mezelf had voorgenomen. En sinds ik weet dat dat vertragende element is gekomen, vind ik het niet meer zo leuk. En is het zelfs heel slopend geweest voor mij, maar ook voor mijn gezin en ons personeel. Maar ook voor onze supporters. Je voelt op dit moment de energie uit Fortuna lopen en dat heeft allemaal met het slopende proces te maken waarin we zitten. En je ziet het zelfs op het veld terug vind ik. Het lijkt wel alsof het overal in aan het lopen is en daarom is het ook heel belangrijk dat de transformatie er gaat komen.
Ik heb dat proces niet kunnen veranderen, met alle beste bedoelingen die ik had. Ik kan nog niet in detail treden, maar ik had gedacht dat op 1 juni alles geregeld zou zijn en toen is er een hele vieze streek uitgehaald. En dat heeft ervoor gezorgd dat Fortuna de laatste vier maanden eigenlijk stil heeft gestaan. Je moet Fortuna vergelijken met iemand die je 1000 euro inkomsten heeft, maar 3000 kosten die ook nog eens oplopen door de rente. En dan kun je zeggen: we gaan net doen alsof de situatie er niet is en we gaan van die 1000 euro 1500 euro maken, maar dat heeft geen zin. Je moet zorgen dat die 3000 euro weg zijn, zodat je op 0 kunt beginnen of op zijn minst 1000 zodat je gelijk staat. Dus het eerst wat ik gedaan heb is mij volledig op dat aspect focussen en zorgen dat het op 0 komt. Ook al is in het verleden gezegd dat we gezond waren, maar we zijn pas gezond op 2 manieren. Allereerst moet je geen schulden meer hebben en ten tweede moet je voldoende kunnen exploiteren. Dat betekent dat als je nu op 0 komt, je natuurlijk niet binnen twee jaar weer in de min zoveel miljoen staat. Als je dat niet kunt, dan heb je geen bestaansrecht.
Maar als ik kijk naar de jeugdelftallen waar de tenues gedeeld moeten worden onder de elftallen, vind ik dat een beetje BVO onwaardig. Ze moeten zich daar in bochten wringen om hun kleding voor een wedstrijd bijeen te krijgen.
Dat heeft te maken met het niet nakomen van de afspraken van de leverancier, dat ligt niet zozeer aan het geld. We hebben met de kledingleverancier afspraken gemaakt dat de hele jeugd beleverd zou worden en er is een of andere boot in India gezonken zeggen ze en konden daarom niet op tijd uitleveren. En daardoor loopt de jeugd nu met gebrekkige kleding. Het is allemaal erg vervelend.
Over het BVO onwaardig zijn heb ik ook wel eens discussies bij ons over de velden, de kleedlokalen en de kantoren waar we zitten. Ik denk toch dat we eraan moeten gaan wennen want je hebt twee opties dadelijk. De eerste is als een speer naar boven, waar Fortuna mijns inziens thuishoort op termijn; een divisie hoger. Of je zult moeten accepteren dat semiprofessionalisme in de Jupiler League de standaard wordt, want dat is wat er gaat gebeuren en dat zie je van mijlenver aankomen. Ik heb een benchmark laten uitdraaien omdat ik wilde weten hoe wij nou eigenlijk presteren op alle fronten t.o.v. de 16 andere BVO’s, waarbij ik de jonge teams niet mee heb genomen. Dan zie je toch wel dat er wat aan de hand is in de hele sector.
Als u van te voren alles had geweten over de stand van zaken bij Fortuna, was u er dan ook ingestapt?
Dat is een heel rare, maar wel terechte vraag. Als ik had geweten hoe slopend het was, want dat is het echt geweest en de impact die het op mijn gezin heeft gehad, had ik het niet gedaan. Als ik in mijn hart kijk, had ik het altijd gedaan. Maar ik zie hoe mijn gezin eronder lijdt en ikzelf ook een klein beetje, maar daar kom ik wel bovenop. Vooral mijn vrouw, want alles wat we eerst samen deden zijn nu voor 90% op haar schouders terecht gekomen. Ik ben hier gewoon 80 uur per week mee bezig en dat is een paar maanden leuk en wordt geaccepteerd, maar het is nu al 14 maanden zo. ‘Ja Martin je zegt iedere keer deze deadline, die deadline…’. Op een gegeven moment wordt die spanning thuis slopend en zie je vrienden bijna niet meer. Ik heb de laatste 14 maanden misschien 2 tot 3 keer met vrienden af kunnen spreken. Terwijl ik in mijn vorige leven met mijn bedrijf ‘Coraggio di Vivere’ mensen mee op reis nam om te ontspannen en om na te denken over wat ze wilden in hun leven. En nu werk ik bij een BVO… Ja ik zou het mezelf wel gunnen zo’n reisje.
We hadden het er ook met Jo Abelshausen over (red: dit onderwerp is ter sprake gekomen bij een interview voor de eerste editie van het fortunascmagazine), dat als ze hem alles verteld hadden voordat ze hem gevraagd hadden, hij nooit ja had gezegd. Maar hij was teveel man om zich om te draaien zodra hij erin stapte.
ja bij Jo kun je dat nog veel nadrukkelijker zeggen, hij zit al meer dan 10 jaar bij Fortuna en is daar ooit ingestapt. Dat hij daar nu nog zit, bij een club die al zoveel heeft meegemaakt en nu weer degene is die de handschoen uitsteekt waar het nodig is. Nu met mij samen, want dit is een gevecht geweest waarin niet alleen mijn vrienden hun hulp aanboden en ook daadwerkelijk kwamen helpen, maar vooral Jo heeft met mij samen de strijd gevochten. Hij had niet zonder mij gekund, want ik was degene die de balans tussen vechten op het juiste moment en inhouden op andere momenten. Maar als ik hem niet aan mijn zijde had gehad, weet ik niet of ik hier nu nog zo stond.
Jo is een heel intelligente, ervaren, man die ook nog eens erg met zijn tijd mee is. Het is een echte vechter, ik noem hem niet voor niks een bokser. Voor hem heb ik heel veel respect, ook in het afgelopen jaar. We hebben ook wel eens discussies, maar we hebben ons lot voor Fortuna in elkaars handen gelegd.
Bron: Fortunasc, Jeroen Loos en Janko Knops