Acht doelpunten vielen er. Acht. Negentig minuten lang waren we getuige van een doelpuntenfestijn waar de gemiddelde neutrale supporter zijn vingers bij aflikt. Als een dans ging het spel van de ene helft naar de andere, waarbij er om en om eens een bal achter een van de doelmannen verdween.
Mijn gemoedstoestand veranderde afgelopen zaterdag net zo snel als de speelrichting op het veld. Schreeuwen om onnodig balverlies, schreeuwen om een goal, boos zijn om een verdedigende fout en blij zijn om de prachtige kapbeweging van Novakovich. Afgelopen zaterdag was weer eens een achtbaan aan emoties, waarbij ik op het einde niet wist of ik nou blij moest zijn met het puntje dat de mannen op het veld binnensleepten of me zorgen moest maken om onze verdediging die allesbehalve goed stond.
Ik vind ze maar lastig, die gelijkspellen. Vooral die gelijkspellen waarbij er meer inzat dan er qua (tegen-)doelpunten uit is gekomen. Het gelijkspel van afgelopen zaterdag frustreerde me bijvoorbeeld meer dan de late tegentreffen van PSV. Tuurlijk vond ik het verschrikkelijk jammer dat we die wedstrijd nipt verloren, maar toch overheerste er een gevoel van trots na die wedstrijd. Trots dat de mannen op het veld 90 minuten lang tegenstand boden tegen het machtige PSV. Zaterdag was ik vooral trots op de aanvallende veerkracht die het team toonde. Toch voelde het na het laatste fluitsignaal alsof ik iets miste en bleef ik me ergeren aan de manier waarop onze verdediging zich die wedstrijd presenteerde. Genieten van de wedstrijd kon ik nog niet.
Op het moment dat ik dit schrijf is het dinsdag. Ik heb de samenvatting van de wedstrijd inmiddels vijf keer gezien en stiekem begin ik toch steeds meer te genieten van de aanvalskracht en snelle omschakeling die onze mannen zaterdag lieten zien. De vrije trap van Diemers en de onuitputbare inzet van Novakovich zorgden er samen met de fenomenale reddingen van Koşelev voor dat we nu op zes uit zes zitten. Zes uit zes. In de Eredivisie.
De wedstrijd van zaterdag bewees maar weer eens dat ik mezelf nog steeds iedere wedstrijd in mijn arm moet knijpen om te kijken of ik niet droom. We spelen gewoon in de Eredivisie. De Eredivisie waar PSV, Ajax en Feyenoord in zitten. De Eredivisie waar je met zes uit zes niets hebt om je voor te schamen.
Komende zaterdag komt ‘het grote Ajax’ tussen de Champions League duels door even in Sittard langs. Als ik het stadion in loop knijp ik mezelf nog maar eens in mijn arm en tijdens de wedstrijd ga ik proberen te genieten van het feit dat we het tegen de club opnemen die drie dagen later in de Allianz Arena speelt. Hoewel ik hoop op een verrassing zou ik deze keer tekenen voor een gelijkspel. Want zeg nou eerlijk; zeven uit zeven in de Eredivisie, zou daar iets mis mee zijn?
Bjorn Meijers